100 jaar rijwielbelasting
gepubliceerd: 1 augustus 2024
Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat een aparte belasting werd ingevoerd, genaamd rijwielbelasting. De nieuwe rijwielbelasting bedroeg 3 gulden per jaar, en als bewijs van betaling moest een plaatje op de fiets worden bevestigd.
Het is nu haast niet meer voor te stellen: rijwielbelasting! Met de toenemende populariteit van de fiets zag de overheid zich in de jaren ’20 van de vorige eeuw genoodzaakt om een netwerk van fietspaden aan te leggen. Daarvoor was geld nodig. Minister van Financiën Colijn besloot daarom in 1924 om vanaf 1 augustus iedere fiets te belasten met 3 gulden per jaar. In dat jaar waren er 1,7 miljoen fietsen waarop belasting verschuldigd was. Tijdens de crisistijd werd dit bedrag verlaagd naar 2,50 gulden per jaar. Werklozen kwamen in aanmerking voor een gratis plaatje met een duidelijk rond gat erin geponst. Hiermee mochten zij echter niet op zondag fietsen. In 1941 maakte de Duitse bezetter in Nederland een einde aan de rijwielbelasting.
In veel gevallen was er geen geld om voor alle gezinsleden een fietsplaatje te kopen. De spotprent uit 1924 toont de gevolgen van de fietsbelasting: de fiets van vader werd overbelast.